Jules liet haar de foto zien, een meisje in een te groot vest dat stond aan de waterkant met druppend haar. Niet bepaald charmant, maar het was wel een mooie foto omdat het een verhaal vertelde. "Ik ben een plaatjesdenker" knipoogde Jules. Hij stopte zijn fototoestel weer weg, na een foto gemaakt te hebben van nog wat dingen die normaal niemand opgevallen zouden zijn, zoals, in dit geval, een op de grond liggende denneappel. Hij deed het zo dat het licht er anders op viel. En het toch iets anders dan een dennenappel leek, een soort oneffen terreintje, maar dan scheef gezien, een wolk van bobbels.