Ze haalde haar schouders op. "ik geloof niet dat ik iets gedaan heb..." zei ze. Meestal moest ze komen om te praten over haar situatie thuis, het was duidelijk dat ze vroeger mishandeld was, en het was vaker dan eens voorgekomen dat ze nog een klap van haar moeder had gehad omdat ze met haar probeerde te praten. Nu moest ze dus even op gesprek met de directeur, maar ze zou hem niet zeggen dat er niets veranderd was. Zou hem niet zeggen dat haar moede rnog steeds sleog als haar dat uitkwam. Emma haalde haar broertje zo vaak mogelijk bij haar moeder weg en ze snapte niet hoe ze het voogdijschap terug gekregen kon hebben.